Oceanische inspiratie
Sluiers om hun hoofd wikkelend, liepen de vrouwen het dek op. Ze voeren nu gestaag de rivier af, passeerden de donkere gedaanten van voor anker liggende schepen, en Londen was een zwerm lichtjes met een lichtgeel bladerdak erboven hangend. Er waren de lichten van de grote theaters, de lichten van de lange straten, lichten die enorme pleinen van huiselijk comfort aanduidden, lichten die hoog in de lucht hingen.
Geen duisternis zou zich ooit over die lampen vestigen, zoals er zich al honderden jaren geen duisternis over hen gevestigd had. Het leek vreselijk dat de stad voor altijd op dezelfde plek zou blijven branden; vreselijk althans voor mensen die weggingen voor avontuur op zee, en haar zagen als een omcirkelde terp, eeuwig verbrand, eeuwig getekend. Vanaf het dek van het schip leek de grote stad een gehurkte en laffe figuur, een zittende vrek.